To English versionEnglish flag

NIEUWSBRIEF

Nieuwsbrief 10: augustus - december 2006

Het wordt langzamerhand traditie om mijn nieuwe muzikale seizoen te beginnen met een optreden op de UITMARKT in Amsterdam. Dit keer speel ik met violiste Ursula Schoch in de Boekmanzaal van het Stadhuis aan het Waterlooplein. We spelen een programma met jazzinvloeden in de 20ste-eeuwse muziek voor viool en piano met werk van Schullhoff, Copland en Grosz. Een te kleine vleugel, een heel droge akoestiek maar gelukkig een talrijk en aandachtig publiek.

Voor mijn concert in het Amsterdamse BIMHuis op 11 september heeft de Amerikaanse componist Allan Segall (al lange tijd wonend in Amsterdam) een blues geschreven, die precies vijf jaar na de aanslagen op de Twin Towers in New York in première zal gaan. In dit stuk heeft Allen zijn gevoelens over de nasleep van de gebeurtenissen en de gevolgen voor de Amerikaanse samenleving tot uitdrukking gebracht. De avond voor het concert zijn we samen te gast in het radio programma ‘Met het Oog op Morgen’ om over het werk te praten. Op het concert speel ik 'Tien jaar New Blues for Piano', een bloemlezing uit mijn bluesrepertoire sinds 1996 en daarnaast premières van Svitlana Azarova (Oekraïne), Evrim Demirel (Turkije), Mathieu Polak (Nederland) en Allan Segall (USA)

Op 8 oktober wordt in het Stedelijk Museum in 's Hertogenbosch de tentoonstelling 'Avec plaisir' geopend met keramiek van Pablo Picasso. Er zijn sprekers en sopraan Lenneke Ruiten zingt liederen van Poulenc. Ik speel 2 Danses Andalouses van Turina als voorproef van een uitgebreider concert bij deze Picassotentoonstelling in december. De dag voor het concert ben ik 55 geworden en ik put moed uit de ongelooflijke onvermoeibaarheid en jeugdige onbevangenheid, die het werk van Picasso uitstraalt.

Op 16 oktober begint in de Uilenburger Synagoge in Amsterdam weer een nieuwe serie concerten van de Leo Smit Stichting. Met Irene Maessen (sopraan), Eleonore Pameijer (fluit) en Daniël Esser (cello) speel ik werk van Erich Zeisl (liederen, cellosonate), Daniël Belinfante (derde Pianosonatine), Michael Fiday (9 Haiku's, première), John Borstlap (Tagoreliederen voor sopraan, fluit en piano, première) en Maurice Ravel (Chansons Madécasses). Zeisl is echt een ontdekking! In de Haiku’s van Michael Fiday wordt het nodige prepareerwerk en spelen in de snaren van de vleugel van me gevraagd - handelingen, die ik gelukkig tot een goed einde breng.

Pianist Jasper Bon heeft in het kader van het Mozartjaar een omvangrijke serie concerten gepland in het Gooi met uitsluitend pianomuziek van Mozart. Met mijn collega Paul Prenen zal ik drie maal een recital geven, waarin we elk apart spelen om tenslotte met à quatre mains te eindigen.
In 't Witte Kerkje in Bussum spelen we o.a.de Sonate C gr.t. K.V. 330, het Rondo a kl.t. K.V.511, het Adagio b kl.t. K.V. 540,de Sonate KV Anh. 186 en de Variaties in G gr.t. KV 501 voor piano à 4 mains.
Het is heerlijk om weer eens Mozart voor publiek te spelen. Bovendien heeft dit programma me gedwongen om weer eens heel streng en precies te studeren, wat bevredigend is en absoluut ook gunstig als voorbereiding op andere programma’s.

Met Ursula speel ik op 12 november ook Mozart in Gallerie de Ossenberg, vlakbij Middelburg. We spelen een combinatie van klassiek werk en stukken met jazzinvloeden waarin Mozart en Poulenc geflankeerd worden door Korngold, Grosz (Jazzband), Gruenberg (Jazzettes) en Copland (Ukelele Serenade). Addy Nieuwenhuize runt deze galerie, die door haar tevens als ongesubsidieerd concertpodium gebruikt wordt. Musici kunnen haar daar in deze tijden van dalende overheidssubsidiëring van de podiumkunsten alleen maar heel dankbaar voor zijn.

In de Kapel in Hilversum, 'de Kapel' en in de Hilt in Eemnes geven Paul Prenen op 25 november ons tweede (‘s middags) en derde (‘s avonds) Mozartrecital. De bezoekersaantallen vallen tegen en het blijkt weer eens hoe essentieel goede publiciteit is. De sfeer is bij een klein gehoor wel weer speciaal. Het karakter van zo’n concert is intiem en aan het eind van het optreden ken je alle gezichten.

Op 27 november vertrekken Eleonore en ik naar de Oekraïne. We willen ons programma met muziek van vervolgde joodse componisten in alle Oost-Europese landen brengen, waar voor de oorlog een bloeiende joodse gemeenschap bestond. In Kiev, Odessa en Lvov presenteren we dit keer een geheel Nederlands programma. Bijzonder is het ‘Divertimento’ van Ignace Liliën, die zijn jeugd in Lvov, het vroegere Lemberg, doorbracht. Verder spelen we werk van Leo Smit, Rosy Wertheim, Nico Richter, Dick Kattenburg en Bob Hanf. In Kiev doen we dat in de Philharmonie, in Odessa op de Stolyarsky Special Music School, een opleiding voor muzikaal bijzonder getalenteerde kinderen, en in Lvov op het Lvov Music College. De concerten worden goed ontvangen en vooral in Lvov is het publiek opvallend jeugdig.
We verplaatsen ons tussen de steden met de nachttrein, die een historische sfeer uitstralen. Vooral in Lvov voelen we ons in het voor-oorlogse Midden-Europa. De royaal aangebrachte antisemitische leuzen op de muren van de resten van het ghetto passen daar helaas uitstekend bij.

De dag na mijn terugkeer uit de Oekraïne speel ik in Bussum in de Koepelkerk Mozarts pianoconcert in F gr.t. KV 413 met orkest. Het is een van de 11 pianoconcerten van Mozart, die in drie avonden met een ad hoc Festival Orkest o.l.v. Melvin Margolis worden gespeeld. Spelen met orkest is een vrij zeldzame bezigheid voor mij en ik geniet er des te meer van. De spaarzame noten in het langzame deel worden zo comfortabel gedragen door het orkest, dat ze lijken te zweven.

Op 10 december kom ik terug in het Stedelijk Museum in den Bosch. In het kader van de tentoonstelling 'Avec plaisir' met keramiek van Picasso speel ik werk van Granados, de Falla, Satie, Stravinsky en Milhaud. Het Museum heeft een fantastische Bösendorfer gehuurd, maar helaas blijkt dat publiciteit maken voor een concert aan niet-muziekpodia vaak moeilijk kan worden overgelaten.

De volgende dag speel ik weer in de Uilenburg Synagoge in Amsterdam. Tatiana Koleva blijkt een geweldige slagwerkster in stukken van Sinta Wullur en Ana Mihaljovic. Met Ursula speel ik werk van Louis Gruenberg (Jazzettes voor viool en piano) Alexandre Tansman (Sonatine transatlantique voor viool en piano) en Agnes Jama (Suite voor viool en piano). De laatste componist is de moeder van jazz-zangeres Soesja Citroen. Haar ‘Song for Ma’ begint met een prachtig citaat uit Jama’s cellosonate (nu door Ursula op viool gespeeld). Ik begeleid Soesja in deze liefdesverklaring aan haar moeder en in drie andere, door haar geschreven songs. Soesja hoort het werk van haar moeder weer na zeer lange tijd en haar ontroering klinkt door in een bewogen uitvoering van haar eigen songs.

Op de Academia Marshall-Granados in Barcelona speel ik op 14 december een programma met tango's voor piano met werk van o.a. Piazzolla, Salgan, Dolf de Kinkelder, Turina, Albeniz en Wiéner. Het is een historische plek. Deze Muziekacademie werd in 1901 opgericht door Granados en de meeste vermaarde Spaanse pianisten, onder wie Alicia de Larrocha, werden hier opgeleid. De antieke zaal zit bomvol en de ontvangst van het concert is heel warmbloedig. Mijn dag kan al niet meer stuk, want die ochtend kreeg ik kopieën van twee niet-gepubliceerde Preludes van de door mij bewonderde componist Mompou.
Ik eet nog heel laat in restaurant Salamanca en moet helaas ook weer heel vroeg op. In de namiddag moet ik mijn Tangoprogramma alweer in den Haag spelen en wel bij 'Premiere Parterre'. Gepke Witteveen en Jaap Broekmans transformeren hun huis regelmatig tot muziekpodium en ook hier blijkt weer dat particulieren vaak meer en enthousiaster publiek op de been brengen dan de gesubsidieerde podia. Het was de matineuze rit naar het vliegveld meer dan waard.

Op 16 december blijf ik in Spaanse sferen. In het Amsterdamse Bethaniënklooster geef ik een concert met werk van Federico Mompou (o.a. de eerste twee van de vier boeken van ‘Música Callada’) en wordt de nieuwe cd van 'Música Callada' gepresenteerd, die ik daar in de zomer heb opgenomen. Het eerste exemplaar van de cd bied ik aan aan schrijver Henk Bernlef, die een prachtig betoog over de ingetogen, haast terloops gecomponeerde muziek van Mompou houdt.

Twee dagen later speel ik de complete Música Callada op de TU Twente in Enschede en ik citeer daar uitvoerig uit Bernlefs verhaal. Ondanks het ‘moderne’ programma is de zaal goed gevuld en is de waardering groot (bij deze lunchconcertenserie geeft het publiek elke keer een cijfer). Dat Mompou in de provincie kennelijk aanslaat (ik zeg dit zonder randstedelijke arrogantie) stemt mij hoopgevend ten aanzien van de vele Mompouconcerten in het jubileumjaar 2007.

Klik hier om Nieuwsbrief 1 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 2 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 3 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 4 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 5 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 6 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 7 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 8 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 9 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 11 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 12 te lezen